De
Bio-industrie
Vorige week zaterdag begaf ik mij op weg naar
de stad in de hoopvolle veronderstelling enig vertier te vinden. Verzonken in
was carnavaleske gedachtes, neem ik enigszins verrast een nieuw reclamebord
waar. Het betreft een poster van twee kippen. De ene is een soort
obesitaspatiënt, de ander is meer de anorexia versie. Stop de bio-industrie is
de strekking van de poster, en nogal verdwaasd vervolg ik mijn weg. Dieren eten
is slecht en de bio-industrie is al helemaal foute boel. Stemmingmakerij zei
mijn op dan, als mijn zus weer eens verzandde in een eindeloos betoog tegen de
kip met kerst.
Advertenties als deze horen mensen bang te
maken en af te schrikken om goedkoop geproduceerd vlees te kopen. Het is de
zoveelste poging van dierenminnend Nederland om de moderne maatschappij
blijvend te veranderen. Een kansloze missie, als je kijkt naar het belang van
de bio-industrie, en als je kijkt naar de kwaliteit ervan. Het afschaffen van
de bio-industrie is ook volledig onnodig. De bio-industrie is zo slecht nog niet.
De gewone, doorsnee Nederlander wil zo
goedkoop mogelijk voedsel verkrijgen. En dat moet ook kunnen, omdat voedsel de
allereerste levensbehoefte van de mens is. Een wens die dus vervuld moet
worden. De wet van vraag en aanbod gaat hier op en dus zullen er altijd
bedrijven die wens blijven vervullen.
De stap van de obesitaskip naar de biologisch
geproduceerde variant is erg groot. De bio-industrie produceert vlees dat tot
174% goedkoper is dan dat van de biologische producent. Volkomen begrijpelijk
dus dat mensen kiezen voor hun portemonnee. Zo gaat het immers in het dagelijks
leven ook de hele tijd. Men koopt geen auto van 45.000 euro, als er ook een
vergelijkbaar model voor 25.000 euro te verkrijgen is.
Kiloknallers onderbouwen deze redenatie.
Ondanks de grote druk van veel instanties zoals Wakker Dier, blijven de
supermarkten stunten met vlees. Er is vraag, dus zullen de commerciële belangen
boven de morele blijven staan. Een goed alternatief voor mensen met een smal
budget is er niet, de bio-industrie zorgt ervoor dat die mensen toch vlees op
hun bord hebben.
Juist dat vlees op je bord hebben is van
belang voor deze mensen, Zo blijft er een afwisselend dieet bestaan, waardoor
men in een betere gezondheid verkeert. Een belangrijk, en vaak gehoord, geluid
is dat het eten van vlees niet noodzakelijk is. En dat is in het gros van de
gevallen ook helemaal waar, de mens kan prima leven zonder vlees, maar een
aantal essentiële eiwitten moet de mens halen uit dierlijke producten. En daar
valt vlees onder. Het wordt de mens op die manier makkelijker gemaakt om alle
benodigde eiwitten binnen te krijgen. Wakker Dier probeert de bevolking ervan
te overtuigen dat men het welzijn van het dier moet onderschikken aan het eigen
welzijn, namelijk een gezond en evenwichtig dieet. Maar dieren worden gehouden
als consumptieproduct. We gebruiken deze dieren voor onze eigen gezondheid, ons
eigen welzijn. Deze zaken zou je niet om moeten draaien, de mensen moeten niet
worden gebruikt voor het welzijn van dieren. Het welzijn van de mens zou nooit
ten koste moeten gaan van dat van een dier.
Het verbeterde welzijn van de dieren zou
moeten bijdragen aan het welzijn van de mens. Dit is iets waar ik grote
vraagtekens bij stel. De dieren die opgehokt zitten, nemen veel minder ruimte in
dan de dieren bij de biologische industrie. De afvoer en regulering van gassen
is tevens veel beter te begeleiden, omdat bij de bio-industrie de dieren in een
gesloten hok zitten. Dankzij strenge regelgeving is dit goed afvoeren van
gassen ook nog eens verplicht. Ziektes zijn vele malen beter onder controle te
krijgen en uitbraken van ziektes al helemaal. Het gebruik van antibiotica is
een ander argument tegen de bio-industrie. Van dit argument is alleen niet veel
meer over, omdat er een zeer goede regelgeving is gekomen. Er zit geen
standaard antibiotica meer in het voedsel dat de dieren krijgen.
Zo’n goede regelgeving heb je niet in de
biologische industrie, een kip uit de biologische industrie bevat ook
antibiotica. Dit wordt dan ‘’legaal’’ voorgeschreven door de veeartsen,
waardoor er niets fouts aan zit. Het bestrijden van ziektes en het afvoeren van
gassen gaat ook een stuk minder goed, omdat de kippen vrij kunnen rondlopen.
Dit rondlopen is zwaar geromantiseerd, ze zitten gewoon in een stal en hebben 1
A4’tje meer ruimte per kip. Het woord scharrelkip is eigenlijk een vorm van
volksverlakkerij. De biologische industrie is net zo goed commercieel gericht
als de bio-industrie en dus moet er geld worden verdiend. Het dierenwelzijn
verdwijnt dus langzamerhand naar de achtergrond, deels door de commercie en
deel door de slechte controle op deze vorm van veeteelt.
Het is jammer dat er met een vergrootglas
wordt gekeken naar de bio-industrie, en dat er niet kritisch wordt gekeken naar
de biologische industrie. Het keurmerk is een soort vrijgeleide en mensen
worden er nog door aangetrokken ook, ondanks de hogere prijs. De biologische
industrie was een prima idee, maar is verworden tot een commerciële industrie
waar de levenskwaliteit van kippen niet veel meer verschilt met die uit de
bio-industrie.
De voordelen en nadelen van beide sectoren
tegen elkaar uitgezet, levert geen winnaar op. De biologische veeteelt is niet
beter dan de bio-industrie, en de bio-industrie is niet slechter. Het imago van
de bio-industrie is gewoon heel slecht, en dat is te verklaren aan de hand van
de onwetendheid van de mensen en de goede marketing van de biologische
industrie. De hele bio-industrie wordt dus veel te slecht neergezet, vergeleken
met de biologische industrie. Het is zo slecht nog niet.